Transitievisie Warmte op hoofdlijnen
Het doel van de Nederlandse overheid is om in 2050 geen schadelijke broeikasgassen, zoals CO2, meer uit te stoten. Door onze gebouwen aardgasvrij te maken, verminderen we de uitstoot van CO2. We gaan op termijn dingen anders doen. We gaan van koken en stoken op aardgas over op groene, duurzame (= wat lange tijd meegaat) warmteoplossingen. Deze verandering noemen we de ‘warmtetransitie’.
Deze warmtetransitie is niet van de één op de andere dag klaar. Er komt veel bij kijken. Dit proces willen we ook zo goed mogelijk laten verlopen. Daarom stelden we als gemeente in 2021, samen met onze partners, een ‘Transitievisie Warmte’ 1.0 op. Alle andere gemeenten in Nederland deden dat ook. Deze visie gaat over de manier waarop we huizen, kantoren en andere gebouwen in onze gemeente in uiterlijk 2050 verwarmen zonder het gebruik van aardgas.
Over hoe we dit bereiken is nog veel onzeker. De Transitievisie Warmte wordt daarom elke vijf jaar aangepast. De eerste versie van de Transitievisie Warmte is vooral een verkenning naar een aardgasvrije gemeente Beuningen, vandaar versie 1.0. Uiterlijk in 2026 stellen we een nieuwe versie vast.
Mogelijke oplossingen
Door onderzoek, informatie van onze partners en dat wat we al weten, kwamen we tot een aantal uitkomsten. In een aantal dorpen en buurten lijkt een warmtenet mogelijk. Dat geldt voor een groot deel van de kern van Beuningen. Hier is de warmtevraag hoog. Dat maakt een warmtenet kansrijk. Mogelijk dat Weurt en Ewijk kunnen aanhaken bij een warmtenet in Beuningen. In Winssen is een warmtenet mogelijk minder kansrijk, maar zeker niet uitgesloten.
In de andere (buiten)gebieden in onze gemeente zijn op dit moment alleen individuele oplossingen mogelijk. Bijvoorbeeld all-electric warmtepompen, hybride warmtepompen of hernieuwbaar gas. Dit gaat vooral op voor woningen en gebouwen in het buitengebied. Hier is de bebouwingsdichtheid (het aantal woningen per hectare) lager. Dat maakt een warmtenet te kostbaar. We gaan er dan ook vanuit dat hier geen warmtenet komt.
Visie als start van lang proces
De Transitievisie Warmte 1.0 is de start van een jarenlang proces. De eerste jaren werken we de visie samen met betrokken partners verder uit.
We blijven communiceren hoe belangrijk het besparen van energie en het isoleren van uw woning is. Dat is belangrijk om voor te bereiden op het echt aardgasvrij worden van alle woningen en gebouwen in onze gemeente.
Sinds 2023 onderzoeken we de haalbaarheid van een warmtenet in de kern van Beuningen, Weurt en Ewijk verder. Warmtelevering door de ARN nemen we in dit onderzoek mee. Is een warmtenet een haalbare oplossing voor een wijk, dan praten we daarna over deze uitkomst met de inwoners van deze wijk(en).
Plaatselijke initiatieven moedigen we aan. Via onze website en het Regionaal Energieloket informeren wij u over ontwikkelingen en delen we de meest recente kennis. Misschien ontstaat er een breder gedragen initiatief op wijk-, buurt- of straatniveau. Dan kan het fijn zijn om samen een uitvoeringsplan te maken of een subsidie aan te vragen. Wij zorgen dat de betrokken partijen hieraan mee kunnen doen.
Van onderzoek naar uitvoering
Als uit de haalbaarheidsonderzoeken voor een warmtenet blijkt dat de kernen van Beuningen en eventueel Ewijk kansrijk zijn, dan stellen we samen met inwoners en andere betrokkenen een uitvoeringsplan op. In dat uitvoeringsplan gaan we onder andere in op:
- Hoe we onze gebouwen en woningen op een duurzame manier gaan verwarmen
- Waar en wanneer we beginnen met de duurzame warmteoplossingen
- Wat de warmtetransitie in het gebied kost en hoe we die kosten gaan verdelen
- Hoe we de warmteoplossing organisatorisch, financieel en juridisch organiseren
- Wie waarvoor verantwoordelijk is
Transitie(visie) in beweging
Om het proces tot een goed einde te brengen, zijn duidelijke afspraken nodig. Inwoners, ambtenaren, college, raadsleden, bedrijven en maatschappelijke organisaties willen weten waar zij aan toe zijn. Wie wat wanneer doet, werken we samen met elkaar uit in het uitvoeringsplan. Komt er meer kennis, dan vullen wij de Transitievisie Warmte hiermee aan en informeren wij alle partijen hierover. Zo ontstaan ook de Transitievisie Warmte 2.0, 3.0 en volgende versies.